Rocky Road
30-03-2014 17:24Diepe hazel bruine ogen keken me aan, een brede witte glimlach toverde hij op zijn gezicht terwijl ik een keuze probeerde te maken tussen tientallen gekleurde cupcakes. “which one would you like beautiful woman?” klonk zijn donkere hezige stem. “ehh well.. I don’t know.. there’re so many, they all look so… delicious!” stamelde ik een beetje terwijl mijn ogen langs teveel zachte, zoete cupcakes gleden.
Ik moest een keuze maken, ik haat kiezen. Ik ga altijd voor chocola, chocola is mijn zwakte. Maar Ik kreeg de drang om iets anders te kiezen, iets wat ik normaal gesproken nooit zou nemen. Ik stond hier nu al jaren en hij bleef maar praten tegen me, hij vertelde me dat ik een “troublemaker” ben, “you attract trouble”. Ik ooit een “boyfriend” nodig heb die anders naar mij kijkt, verder kijkt dan de wilde bos krullen etc. “You attract the wrong type of guys gorg”. Hoe weet hij überhaupt dat ik single and ready to mingle ben? Maar goed. De bruine ogen keken me zeer doordringend aan bij alles wat hij me zei.
“Rocky Road”, ik hakte de knoop stevig door. “give me the Rocky Road one” beveelde ik hem. Hij keek naar de sponzige cupcake met daar bovenop witte zachte marshmellow’s als kleine luchtige wolkjes. Vlug tilde hij zijn hoofd op en raakte zijn ogen de mijne, strak, geen glimlach dit keer. “That’s your life”. “Your life is one hell of a Rocky Road”. Ik wist even niet wat ik daarop moest zeggen. Deze vreemdeling die ik niet kende, sloeg voor de zoveelste keer de spijker op zijn kop.
“Enjoy your stay in London girls, but listen to me carefully” met een strenge blik staarde hij me aan. “don’t go cheap or drink too much this weekend. You will regret it later.”
“We won’t”. reageerde ik luchtig, met mijn gedachte bij de 3 flessen wijn die op me stonden te wachten in onze kamer.
De kleine man pakte zijn ponden aan terwijl hij achter de toonbank stond. Met die belachelijk brede glimlach wuifde hij ons gedag. Wij hem ook, om al zijn rake opmerkingen stonden we met onze mond vol tanden, en vol cupcake… ja die heerlijke Rocky Road cupcake.
De cupcake winkel op het station was zuurstok roze en de dagen daarna gesloten. De hazel bruine ogen en de glimlach heb ik nooit meer gezien.
Die avond, gingen we hooggehakt met een aantal slokjes wijn achter onze kiezen op weg naar Bricklane. Tegen de tijd dat we met onze Amerikaanse vriend en de zingende bartender daar aankwamen waren de clubs gesloten. In het levendige Londen gaan de clubbers uit rond 21.00 uur en stopt het feestje rond 01.00 uur. Fuck this shit. Bedacht ik me. De amerikaan was een walgelijke plakvlieg die eigenlijk lekker zijn handjes thuis moet houden. Mijn nekharen gaan overeind staan als ik denk aan hoe hij zijn “best” deed. Aangekomen bij de meest louzy club in Londen die als enige nog open was, liep ik nuchter naar binnen. 4 uur later liep ik ook nuchter naar buiten. “Don’t drink too much”…. Spookte door mijn hoofd. Ik keek in de wazige, waterige oogjes van mijn partner in crime en gniffelde, ja. Dacht ik. Beter dat 1 van ons nu nuchter is met dit mannelijk gezelschap, better safe then sorry.
De laatste middag, allebei gebroken van onze trip. “We doen het lekker rustig aan” beloofde we elkaar. De zonneschijn begroete ons heerlijk en warm, terwijl we bij Bricklane aankwamen na onze laatste shopping spree. We hadden dit hipster buurtje nog niet overdag ervaren, dus met onze brakke gezichten leek het ons een goed idee.
Verliefd. Opslag verliefd op Bricklane. Geroezemoes raakte onze oren, op een gezellige manier. Terwijl de rode zon, die bijna onderging de stenen raakte. Jezus wat is het fijn hier. Hier willen we wonen. “we zijn thuis” grapte we. Al deze knappe, mooie en creatieve figuren stonden buiten met hun alcoholische versnapering in de hand, te praten met elkaar en iedereen die langs kwam lopen. De sfeer is heerlijk… creatief, warm, gezellig, vrij, romantisch, gek, muzikaal. “Ok, 1 biertje dan”. Wij drinken nooit bier, maar door deze sfeer krijg je opslag behoefte aan zomers en fris bier. We stapte een drukke kring van mensen binnen opzoek naar een bar. Fucking druk….. “Zo! Hallo…” Ik was opzoek naar de bar, keek even naar links, 1 blik wierp ik op iemand, onderuit zittend op een kruk. Ok, wist ik… De planning is gewijzigd.
De middag veranderde van “lekker rustig aan” naar “Party all night long YOLOOOOO Carpe diem ik kan echt wel tien tequilla atten en ja anders voel ik toch niks helemaal naar de klote ik ben Beyonce op de dansvloer effe een bagel in me muil fucking mooie auto en jezus wat ben jij sexy kom hier I want you totdat ik niet meer weet waar ik ben.”
Oops. Het advies verdrongen en vergeten, de hazel bruine ogen deden mij niks meer.
Aangekomen in Amsterdam. Ik was 1 ongeluksvogeltje bedacht ik me terwijl ik mijn koffer de trein in sleepte. Hoe de reis begon? Bijna te laat om in te checken, paspoort niet goed, koffer te groot, dik bij betalen. Lang wachten op een vetzak die mijn paspoort uiteindelijk wel goed keurde, door het wachten te laat bij de gates. Springend over een rood/wit gestreept tape, het vliegtuig horen starten, met hakken de trap oprennend zwaar bezweet gaan zitten als twee chaotische fashionistsa’s je excuseren tegen alle geïrriteerde passagiers. Aankomen… koffer weg. Koffer niet in vliegtuig, nooit geweest. Nergens te bekennen, in Amsterdam niet en in Londen niet. Na 2 uur en 6 depressies en hyperventilatie aanvallen, een verlossend telefoontje krijgen dat hij na een latere vlucht vanuit Amsterdam de volgende dag laat in de avond toch voor je neus zal staan. Een koffer vol kleding, outfitjes speciaal gekocht voor deze trip is goud waard voor een vrouw. Begrijp dat goed.
Shoppen in Londen, heerlijk eten in Londen bij Nando’s.. leuk. Totdat je pinpas denkt, ik kap er lekker mee! Waarom? Geen idee, mijn bankrekening was nog lang niet geplunderd. Dus na dertig telefoontjes, een dag later, dit keer 8,5 depressies en hyperventilatie aanvallen kon hij er weer tegen aan.
Terwijl ik mijn huissleutel in het gat stak van mijn voordeur wilde ik maar 1 ding, slapen. En daar ging het mis. Want logischerwijs ben je moe na zo’n laatste feestje op Bricklane. Maar deze moeheid was unstoppable. De dagen erna kreeg ik gezwellen in mijn nek, mijn nek werd letterlijk 2 keer zo dik. Net als mijn oogleden. Ik was een beauty zoals je begrijpt. Mijn gezicht zwol ook op. Ik bedoel, ik wist dat ik het “er van had genomen” in Londen met de cupcakejes, scones, nando’s kippetjes en de tequilla shotjes. Maar dit waren geen calorieën.
Pfeiffer. Are you fuckin kiddin me? Nee. Daar heb ik toch geen tijd voor? Ik moet al mijn geld terug verdienen wat ik als water uit mijn zakken heb laten stromen in Londen. Mijn belofte naar mezelf om extra hard te gaan en fit te worden in de gym… FUCK! “u heeft al een tijdje pfeiffer mevrouw, maar u had waarschijnlijk geen ernstige klachten”. In de week voor ik naar Londen vertrok vertelde mijn huisarts me dat mijn klieren een beetje opgezet waren en mijn lichaam waarschijnlijk een virus aan het weg werken was. “als u rustig aan doet, lekker gezond blijft leven zoals u doet, gaat het zo voorbij”. Tja, dat had ik kunnen doen... Wat blijkt? Door overmatig alcoholgebruik stimuleer je de pfeiffer in lijf. Je lever filtert de pfeiffer namelijk, maar na minimaal 10 tequilla shots, 3 mochito’s, 4 corona’s en 5 gin tonic.. oja en de wodka’tjes, had mijn lever weinig zin om die pfeiffer nog te filteren. Waardoor de klachten zeer verergerde. “wellicht als u geen alcohol had gedronken, had het bij een lichte keelpijn gebleven”. Ik drink normaal nooit. Echt 1 keer in de paar maanden. Ik feest niet. Ik slaap. Ik zorg voor een duidelijk ritme in mijn leven. mijn uitjes zijn naar de sportschool. Saai? Misschien. Maar dat is een levensstijl waar ik bewust voor kies. Waar ik het meeste baat bij heb. Ziek ben ik nooit.
De dagen na deze uitslag, leek ik aangevallen door alle virussen die je maar kan bedenken. De pfeiffer bereikte zijn toppunt, inclusief de witte abcessen in mijn strot door de keelontsteking, ademhalen was vrijwel onmogelijk omdat mijn klieren op uitbarsten stonden en ik een belachelijk zware voorhoofdsholte ontsteking had. Slapen was niet te doen… en geloof me wanneer je pfeiffer hebt is dat het enige wat je wilt doen. Na elke dag een ziekenhuis bezoek of een huisartsen bezoek ging het toch iets minder goed dan de artsen hadden ingeschat. “mevrouw heeft extreem zwaar geval van pfeiffer, keelontsteking en voorhoofdsholte ontsteking” schreef de arts. Nah. Daar ben ik lekker mee. Lichamelijk ben je even naar de klote, maar wat ik het meest vreselijk vind, is de mentale battle. Ik ben normaal gesproken nooit thuis, altijd opzoek naar avontuur en mijn fitness is niet alleen een verslaving maar een noodzaak. Ik word depressief als ik dat niet kan doen, als ik afhankelijk word van iemands anders verzorging.
Maanden lang werkte ik aan een beter, gezonder, fitter lijf. Echt tevreden was ik niet. Ik had kritiek op alles als ik in de spiegel keek. Ik besefte niet hoe sterk ik was. Hoe fit ik eigenlijk was. Na een paar dagen op de bank liggend, was al deze kracht.. al mijn conditie.. weg. Als sneeuw voor de zon. Nu nog steeds. Ik begin me langzamerhand iets beter te voelen. Maar jezus wat is het KUT als je voelt dat alles waarvoor je zo hard hebt gewerkt hebt, nergens meer te bekennen is. Alles gebeurd met een reden. Ik heb geen doodvonnis gekregen, dat besef ik me heel goed. Ik voel me niet zielig. Dit is niks vergeleken met dat waar mijn vader en oma tegen hebben moeten vechten en hebben verloren. Maar ik ben wel geïrriteerd naar mezelf.
Waarom overkomt mij dit? Een suf virus die me misschien wel maanden laat strugglen. Ik ga er van uit dat ik er weer een lesje uit moet halen om in mijn rugzak te stoppen. Misschien omdat ik mijn gezonde lijf niet genoeg waardeerde? Ik zou er alles voor over hebben om nu exact daar te zijn waar ik was voordat ik het vliegtuig instapte. Want, wat was ik sterk!
“Don’t drink too much, you will regret it later”. De glimlach en de diepe hazel bruine ogen hadden misschien toch een punt.