De gedachte achter de gedachte
01-08-2013 20:17Mijn hersenen zijn gemaakt om te denken. Hersenen besturen je lichaam, zorgen dat je hart klopt, dat je lucht inademt. Functies die je nodig hebt om te leven. Hersenen zijn slim. Iedereen heeft een linker en een rechterhersenhelft. Links is om rationeel en functioneel gebruik te maken van je lichaam en denkwijze. Rechts is ons emotionele hart, dat verstrengeld raakt in twijfels, verslavingen, verdriet en gelukzaligheid. Ik maak absoluut meer gebruik van mijn rechter hersenhelft. Die linker doet zijn werk wel.
Rechts zorgt ervoor dat eerdere ervaringen mij op gedachtes brengen die ik minder prettig vind. Ik mag mijn rechterhersenhelft niet zo. Hij laat mij denken dat ik soms verga van de pijn. Geen fysieke pijn maar hartpijn. Dat zijn gedachtes die verscholen zitten achter andere gedachtes. Achter herinneringen die scherp zijn als een snee gesneden aan een scherpe envelop. Maar zijn die gedachtes achter andere gedachtes en daar achter de herinneringen die ervoor hebben gezorgd dat ik die gedachtes heb dan niet uit te vegen? Gewoon even met mijn linkerhersenhelft de bezem erdoor heen zwiepen. Mijn rechterhersenhelft geeft mij twijfels over het hier en het nu, ik vind hem behoorlijk ingewikkeld denken. Er zijn duizenden, miloenen, biljoenen kleine knoopjes in mijn rechts die ervoor zorgen dat ik eigenlijk liever mijn links gebruik. Links is zo ontzettend strak, geen gedoe, het is heel duidelijk naar waar de weg leid. Bij het derde bloedvat gaat u de weg naar links om vervolgens rechtdoor te gaan, u heeft uw bestemming bereikt. Punt. Mijn rechts is net als het doolhof, ik voel mij Alice in mijn rechts. Rechts is ook niet altijd helemaal eerlijk. Als hij zegt je moet nu naar rechts, dan zal je zien dat de weg dood loopt. “Keer nu om, keer onmiddellijk om”. Volgens mij is dat links die dat dan zegt. Maar mijn bestemming blijft verschuiven. Rechts houdt sommige gebeurtenissen achter, herinneringen die snijden als een snee gesneden aan scherp papier. Die sneetjes voel je wel maar weten waarom je ze hebt of wanneer je je hebt gesneden verteld hij dan niet. Dus je hebt de oppervlakkige gedachte, maar moet dan heel diep zoeken om de gedachtes achter de gedachte te vinden. Een ingewikkeld staaltje kaartlezen. Vooral als de stoplichten het niet doen, borden zijn omgevallen, er wegwerkzaamheden zijn. Hoe kom ik dan ooit op mijn bestemming? Maar bestuurt mijn rechterhersenhelft mij? Of… ben ik diegene die mijn rechts bestuurt? Is het mijn onaantastbare, nooit bewezen, ziel die ervoor zorgt dat mijn rechts niet duidelijk en gemakkelijk is? Misschien denk ik dat mijn rechts mij bestuurt maar is het eigenlijk andersom. De wetenschap kan het niet bedenken. Weten zullen we het nooit. Maar als onze ziel ons lichaam verlaat, wij rechts en links niet meer nodig hebben, geen kleine knoopjes, geen omgevallen borden, geen kruispunten en stoplichten die het niet doen, zullen we dan alle gedachtes achter de gedachte en daarvan de herinneringen helder zien? Of misschien valt er dan niks meer te denken achter de gedachtes. Zal dat niet meer nodig zijn. Als ik daar aan denk bekruipt me een gedachte dat dit heel fijn zou zijn. Geen gedachtes meer die ervoor zorgen dat ik twijfel, niet meer snijden aan een scherpe envelop en niet graven naar herinneringen en de gedachtes die daar uit voort gevloeid zijn om verduidelijking te krijgen, om mezelf te kennen. Rust. Dat is toch echt een prettige gedachte.